
De fundering voor het familiebedrijf Bluekens werd al in 1824 gestort.
Het familiebedrijf Bluekens is oud. Heel oud. Jaak Bluekens stond in 1824 aan de basis. Hij begon als aannemer in Chaam. Er werd vooral gemetseld. Auto’s waren er in die tijd nog niet. Dat timmeren, metselen en bouwen duurde drie generaties lang. Tot de eerste auto’s op de weg kwamen. Anton Bluekens, de opa van de huidige drie eigenaren, sleutelde graag aan motorfietsen en ging in 1928 ook met auto’s aan de slag. Hij runde er een tankstation bij. Ton Bluekens (64), een van de huidige eigenaren: „Het ondernemen heeft altijd in de familie gezeten. Al sinds 1824 weten we niet anders. Is altijd zo geweest.” Bernard, de vader van Ton Bluekens, nam het bedrijf eind jaren veertig over. „De naam Bluekens hing altijd aan de pui. Er stonden weleens andere initialen voor, maar ‘Bluekens’ was altijd te lezen.”
Notariswoning
Het bedrijf van vader Bernard deed aan verkoop en reparatie van auto’s, fietsen en motoren. „Dit gebeurde vanuit een oude notariswoning in Chaam. Daar zaten de werkplaats en de fietswinkel.” Bluekens handelde tot 1956 in diverse automerken. „Toen kwam Volvo. Inmiddels zijn we de oudste Volvodealer van Nederland. Volgend jaar werken we zestig jaar samen met dit merk.”
De jaren vijftig en zestig waren lastige jaren. Er heerste crisis, mensen hadden het zwaar en ook de autobranche ging niet geweldig. Iedereen moest flink aan de bak om nog een beetje rond te komen. Ton Bluekens: „Mijn vader was altijd aan het werk. Hij maakte lange dagen en ook in het weekend werkte hij door. Zelfs op zondag na de mis. Mijn moeder Riet deed de administratie. Ook zij was altijd met het bedrijf bezig.”
De kinderen wisten niet beter.
Het was ook niet erg. Ton: „Ik was altijd in de garage te vinden. Vond het sleutelen leuk.” Ton trad op zijn zeventiende als monteur in dienst. Met als insteek om het bedrijf over te nemen, want dat wilde zijn vader graag. Het was snel duidelijk dat hij niets anders zou gaan doen, al heeft hij dit wel even overwogen.
„Ik had best een antiekwinkel willen beginnen. Ik heb dit ooit tegen mijn moeder verteld en die gaf me meteen het advies om dit vooral niet aan mijn vader te melden. Dat zou de grootste teleurstelling in zijn leven zijn geworden.” Bluekens kreeg nooit spijt van dat besluit. „We hebben de afgelopen decennia de wind in de zeilen gehad; het gaat gewoon erg lekker. De belangstelling voor kunst en antiek is er overigens nog altijd.”
Vrachtwagens
Het ging in de loop der jaren bijzonder goed met het familiebedrijf. Eind jaren zestig werd het pand in Chaam veel te klein, er waren inmiddels vrachtwagens bijgekomen. „Mijn vader kocht een stuk grond aan de Ettensebaan in Breda.” Daar kwam onder andere het pand dat er nu nog staat. De keuze voor een vestiging voor auto’s betekende een belangrijke stap voor de verdere groei van het bedrijf. Later werden hier het vrachtwagenbedrijf en de schadewerkplaats toegevoegd.
In 1983 nam Ton samen met zijn broers Ad, Ben en Jan definitief het bedrijf over. Er kwamen steeds meer garages bij. Er zijn inmiddels vestigingen in Bergen op Zoom, Roosendaal, Breda, Oosterhout en Chaam. „We hebben niet stilgezeten en voor een familiebedrijf is het vaak makkelijker om snel te beslissen. We doen geen gekke dingen. We hebben zelfs tijdens de crisis van de afgelopen jaren winst gemaakt. Gewoon door op de kosten te letten. Beide benen op de grond, daar gaat het om. Je moet kansen pakken als ze er zijn en niet willen groeien als het niet kan.” Er werd de afgelopen jaren geen werknemer ontslagen. „We hebben een heel platte organisatie, hier werkt geen mens te veel Bovendien is Volvo een stabiel merk, dat gaat eigenlijk altijd goed. En juist omdat het een familiebedrijf is, kunnen we het geld echt binnen het bedrijf houden als dat nodig is.” Ton Bluekens zit bijna aan zijn pensioengerechtigde leeftijd. Maar hij wil daar niet aan. „Ik heb al die jaren hard gewerkt, lange dagen gemaakt. Het werk is erg leuk. De auto’s, de bezieling van de mensen met wie we werken. De omgang met de klanten is altijd prettig. Het gaat bij mij vooral om de trots, het familiegevoel. Het bedrijf willen doorgeven aan een volgende generatie. Ik ga daarom volgend jaar niet met pensioen.”
Generatie
Het bedrijf doorgeven aan een volgende generatie wordt wat lastiger. „Dit zal dan vanuit Jos, de zoon van mijn overleden broer Ben, moeten komen. Ik heb twee dochters die niet in het bedrijf zitten. Uiteraard zou het mooi zijn om de aandelen binnen de familie te houden. En dat de naam Bluekens altijd boven de gevel blijft staan!”
door Jurgen Gommeren - BN de Stem